Donorkinderen over ...

In de videoserie 'Donorkinderen over: ...' vertellen volwassen donorkinderen over verschillende aspecten van 'donorkind zijn'. De  donorkinderen in deze video's zijn in een kliniek verwekt, met sperma van een (toen) anonieme donor. 

Er zijn vier video's, waarin totaal acht donorkinderen aan het woord komen.

  1. Donorkinderen over: donorkind zijn
  2. Donorkinderen over: nieuwe familie
  3. Donorkinderen over: donorkind zijn en de omgeving
  4. Donorkinderen over: waarom het belangrijk is om je ontstaansgeschiedenis te kennen

 

En een extra video waarin donorkinderen zich tot wensouders richten:

wat donorkinderen tegen wensouders willen zeggen

1. Donorkinderen over: donorkind zijn

Wat doet ‘donorkind zijn’ met iemand?  Wat gebeurt er als je hoort dat je ook een donorvader hebt?

Dymphie, Vera, Jessica, Rosa, Suzanne en Wendy vertellen over hoe zij ‘donorkind zijn’ beleven. De één wist van jongs af aan dat ze donorkind was, de ander hoorde of ontdekte dat pas op latere leeftijd.

Mensen zijn sociale wezens. Ze hebben het nodig ergens bij te horen om een identiteit te ontwikkelen. Dat begint in het gezin en de familie waarin je geboren wordt en opgroeit.

Een deel van wie je bent heb je geleerd door je omgeving en van wat je hebt meegemaakt. Een ander deel heb je van je ouders geërfd.

Als je hoort dat je donorkind bent, kan dat voor verwarring zorgen: een deel van je identiteit blijkt niet te kloppen en er komt een nieuw deel bij waarvan je nog niets weet. Dat kan allerlei gevoelens oproepen: boosheid, verdriet, schaamte, angst of onzekerheid, …

En vragen over wie je bent of dacht te zijn.  

2. Donorkinderen over: nieuwe familie

Donorkinderen hebben ook familie buiten het gezin en de familie waarin ze geboren worden en opgroeien. 

Roséanne, Jessica, Rosa, Suzanne, Wendy en Dymphie vertellen over hun donorvader en halfbroers en -zussen en het vormgeven van relaties met nieuwe familieleden.

'Familie van elkaar zijn', dat klinkt zo vanzelfsprekend. Bij donorconceptie is dat anders. Een donorkind heeft ook familie buiten het gezin en de familie waarin het geboren wordt en opgroeit. 

Met die nieuwe familie kom je vaak pas later in je leven mee in contact. Voor de relatie met een donorvader en/of halfbroers en -zussen geldt de vanzelfsprekendheid van familie zijn niet. Daar zijn geen regels voor, daar geef je met elkaar vorm aan.

In de donor en andere donorfamilieleden kun je herkenning vinden, in uiterlijke kenmerken, persoonlijkheid of interesses. Daarmee leer je ook jezelf beter kennen.  

3. Donorkinderen over: donorkind zijn en de omgeving

Donorconceptie is een onderwerp dat uitgesproken reacties op kan roepen. Vertellen dat je donorkind bent, maakt je dan ook kwetsbaar. 

Jessica, Vera, Dymphie, Wendy, Suzanne, Rosa en Roséanne vertellen over reacties die zij krijgen en de afwegingen bij het wel of niet vertellen aan mensen in hun omgeving.

Mensen kunnen schrikken als je vertelt donorkind te zijn. Of gaan misschien anders naar je kijken. Dat maakt kwetsbaar. Je vraagt je af: wat vertel ik aan wie? Maar niets, of niet alles zeggen, kan ook het gevoel geven dat je niet eerlijk bent.

Buitenstaanders kunnen ook oordelen hebben: dat je de donor dankbaar moet zijn, dat je 'wel heel erg gewenst bent' omdat je ouders zoveel moeite hebben gedaan. Of dat een donor geen vader is. Moeten reageren op dit soort meningen kan heel vervelend zijn.

Toch is het ook belangrijk dat er open over donorkind zijn en donorconceptie gesproken wordt. 

4. Donorkinderen over: waarom het belangrijk is om je ontstaansgeschiedenis te kennen

Het kennen van je ontstaansgeschiedenis draagt bij aan het vormen van je identiteit. Voor je gezondheid is het belangrijk om te weten of er erfelijke ziektes voorkomen in de familie van vaderskant. 

Jessica, Dymphie, Suzanne, Vera en Roséanne vertellen over hun ervaringen met het lange tijd niet kennen van hun ontstaansgeschiedenis.

In artikel 7 van het Internationaal verdrag inzake de rechten van het kind staat dat kinderen het recht hebben om hun ouders te kennen. 

Voor donorkinderen is dit recht niet vanzelfsprekend. Zij kunnen pas ál hun ouders leren kennen, als zij weten dát ze donorkind zijn. En dan is het nog vaak een lange weg tot het kennen van de identiteit van hun donorvader en eventuele halfbroers en -zussen.

Het kennen van je ontstaansgeschiedenis is niet alleen een bouwsteen voor het vormen van je identiteit. Het is ook belangrijk bij erfelijke aandoeningen of om te voorkomen dat je een relatie aangaat met een halfbroer of -zus. 

FacebookTwitter

Anderen zochten ook op
ervaringen van donorkinderen
Ook interessant
Ik weet niet wie de donor is
Voor donorkinderen die de identiteit van de donor niet kennen [...]
Op latere leeftijd vertellen
Je (jong)volwassen kind vertellen dat zij donorkind is, hoe doe je dat? [...]
Ik maak me bekend
Drie manieren om jezelf vindbaar te maken voor de kinderen die met jouw sperma verwekt zijn. [...]