Donorkinderen
Je bent een donorkind. Jouw ouders hebben jou gekregen met hulp van een sperma- of eiceldonor. Je hebt altijd geweten dat je een donorkind bent, of het pas ontdekt.
Wat betekent het om donorkind te zijn? Ken je je donorvader of -moeder, of zou je dat willen? En zou je 'halfjes' hebben?
Hier vind je het begin van jouw antwoorden.

Maak een keuze
Ik ben een donorkind
Je bent een donorkind. Jouw ouders hebben jou gekregen met hulp van een sperma- of eiceldonor. Misschien heb je altijd geweten dat je een donorkind bent. Het kan ook zijn dat je het pas gehoord hebt, of toevallig ontdekt. Je bent ervan geschrokken en in de war. En je hebt veel vragen.
Vragen kunnen gaan over je donorvader: wie is hij? Lijk je op hem? En zouden er nog meer donorkinderen zijn die broers en zussen van jou zijn? Maar ook vragen over hoe dat allemaal gegaan is, toen jouw ouders kozen voor donorconceptie.
Dat zijn ingewikkelde vragen waar geen eenvoudige antwoorden op zijn. En het is ook lang niet altijd makkelijk om over deze vragen te praten. Voor je ouders kan het een gevoelig onderwerp zijn, en vrienden begrijpen vaak niet hoe het voor jou voelt.
Ben ik een donorkind?
Misschien weet je niet of je een donorkind bent. Je hebt een gevoel dat er ‘iets niet klopt’, maar je weet niet wat. Of je hebt een opmerking gehoord die je aan het denken heeft gezet. Je vraagt je af: zijn mijn ouders wel mijn biologische ouders?
Als kind ben je afhankelijk van je ouders of ze je vertellen over de donorconceptie. Ouders vinden het soms moeilijk om daarover te praten. Helemaal als de donorconceptie al lang geleden is. Artsen vertelden ouders toen om er met niemand over te praten. Geheimhouding zou het beste zijn voor iedereen. Zo werd er tot het eind van de 20e eeuw gedacht.
Uit onderzoek en uit de praktijk is inmiddels bekend dat geheimhouding helemaal niet goed is. Ouders van nu worden juist aangemoedigd om al van jongs af aan met hun kind over de donorconceptie te praten.
Hoe kan ik uitzoeken of ik een donorkind ben?
Een DNA test geeft duidelijkheid of jouw ouders ook jouw biologische ouders zijn.
Als jij inderdaad een donorkind blijkt te zijn, is de kans groot dat het voor jouw ouders ongemakkelijk is om hierover te praten. Dat ze bang zijn voor wat er gebeurt als er nu over gesproken gaat worden, dat ze zich misschien ook schamen.
Je kunt je ouders wijzen op gespecialiseerde hulpverleners die hen kunnen helpen met de nieuwe situatie om te gaan.
Spreekbeurt
Voor kinderen op de basisschool die een spreekbeurt over donorconceptie willen houden, hebben we een speciale pagina gemaakt.
Veelgestelde vragen
Er is veel niet goed gegaan in de kliniek van dokter Karbaat.
Kinderen die willen weten of dokter Karbaat hun donorvader is, kunnen zich inschrijven bij de Fiom KID DNA-databank. Wil je je nog niet inschrijven maar wel contact met andere donorkinderen, neem dan contact op met de Stichting Donorkind.
Moeders die bij dokter Karbaat behandeld zijn kunnen contact opnemen met Stichting Donorkind om in contact te komen met andere moeders die in de kliniek van dokter Karbaat behandeld zijn.
Als je donorkind bent en wilt weten wie je donorvader of -moeder is, is het belangrijk om te weten wat jouw situatie is: ben je in Nederland of in het buitenland verwekt, en was dat voor of na 2004?
In 2004 is er in Nederland een wet van kracht geworden die regelt dat anoniem doneren niet meer is toegestaan. In de periode na 2004 gold er nog enige tijd een overgangsregeling, waardoor er toch nog kinderen geboren zijn na inseminatie met anoniem donorsperma.
Kies de omschrijving die op jou van toepassing is:

Blijf op de hoogte
De wereld rondom donorconceptie staat niet stil. Wil je op de hoogte blijven van relevante onderzoeken, nieuws en actuele ervaringen? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.