vader/moeder gezin

Vader en moeder zijn van een kind dat jullie kregen met de hulp van een donor, verschilt meestal niet veel van hoe andere ouders zijn. Elk gezin kent momenten waarop alles lekker loopt, en momenten waarop dat minder is. Leuk en minder leuk, boos en blij – het hoort allemaal bij het leven.

Er is één verschil: bij jullie gezin hoort een donor. De biologische vader of moeder van jullie kind. In een gezin met een vader en een moeder is aan de buitenkant niet zichtbaar dat er een donor betrokken is geweest. Het is aan jullie als ouders om de donor een plek te geven, over hem of haar te spreken met je kind.

Die openheid is geen vanzelfsprekendheid. In het verleden werden ouders geadviseerd de donorconceptie geheim te houden. Niet vertellen was soms zelfs een voorwaarde om behandeld te worden. 

Het is nooit te laat om jullie kind(eren) te vertellen dat jullie hulp hebben gehad van een donor om haar/hen te krijgen. Dat is niet makkelijk: er is moed en een goede voorbereiding voor nodig. 

Hoe vertellen wij ons (jong)volwassen kind dat zij een donorkind is?

Open over donorconceptie

In het verleden werden ouders geadviseerd de donorconceptie geheim te houden voor hun kinderen. Inmiddels weten we hoe schadelijk geheimen in de familie kunnen zijn, en hoe belangrijk openheid is. Maar hoe doe je dat, je inmiddels (jong)volwassen kind vertellen dat je hulp hebt gehad van een donor om haar te krijgen? En hoe is het voor een volwassen kind om dat op latere leeftijd te horen?

Marjan en Francisca vertellen.

Praten over de donorconceptie

Als ouder van een kind dat jullie kregen met de hulp van een donor heb je de taak om – afgestemd op de leeftijd en ontwikkeling van je kind – je kind daarover te vertellen, en erover in gesprek te gaan.

Dat is meestal niet iets waar je dagelijks mee bezig bent. Maar het is handig om alert te zijn op ‘opstapjes’: kleine gebeurtenissen of voorvallen die een aanleiding kunnen zijn om het er weer even over te hebben. Om aanvullende informatie te geven, om weer eens opnieuw te vertellen of om te checken wat er bij je kind is blijven hangen.

Voorbeelden van 'opstapjes':

  • de geboorte van een kind in jullie naaste omgeving
  • iets wat jullie lezen of zien op televisie
  • als je langs de kliniek rijdt waar je kind verwekt is

 

Ook prentenboeken en kinderboeken kunnen een fijn hulpmiddel zijn om met je kind over de donor te praten. 

Donorconceptie hoort gewoon bij het gezin

Er zijn twee zaken die helpen om de donorconceptie, en de donorvader of -moeder van jullie kind 'gewoon' bij het gezin te laten horen:

  • het vertrouwen waarmee jullie als ouder(s) gekozen hebben om een kind te krijgen met de hulp van een donor. Ouders die zich comfortabel voelden en voelen bij hun keuze voor donorconceptie, dragen dat impliciet uit naar hun kind. Ook voor hun kind zal het dan meestal geen ‘big deal’ zijn.
  • het tweede punt volgt meestal uit het eerste: van jongs af aan open zijn over de donorconceptie naar het kind en de omgeving
Delen op: FacebookTwitter