Ik weet wie de donor is
Je bent een donorkind en je weet wie je donorvader of -moeder is. Je kent de donor al je hele leven, je weet al langer wie de het is of weet dat pas sinds kort. Het contact is er altijd al geweest, pas later gelegd, nog maar heel pril. Of je heb je donorvader of -moeder nog helemaal niet ontmoet.
In alle gevallen kun je vragen hebben. Vragen over de plek van je donorvader of -moeder in jouw leven. Bijvoorbeeld:
- Wat betekent je donorvader of -moeder voor je? Hoe praat je over hem of haar? Welke rol speelt hij of zij in jouw leven? Hoe reageren je ouders?
- Is er contact? Zou je meer of minder contact willen, of ander contact? Voelt het ontspannen of ongemakkelijk, en wat maakt het ongemakkelijk?
- Als je een relatie wilt opbouwen met je donorvader- of moeder, hoe doe je dat dan?
Als je ouders gekozen hebben voor een bekende donor, hebben ze misschien een donorcontract gemaakt. Een document met afspraken over hoe zij het voor zich zagen. Vraag er eens naar.
Als het contact met je donorvader of -moeder niet loopt zoals jij dat graag zou willen, als je opvoedouders het er moeilijk mee hebben, dan kunnen zij of jullie samen hulp vragen. Aan een gespecialiseerde counselor of een gezinstherapeut.
Contact met andere donorkinderen kan ook heel fijn zijn: zij weten wat het is om donorkind te zijn, begrijpen je en kunnen je tips of raad geven. Stichting Donorkind kan je helpen in contact te komen met andere donorkinderen.
Anderen zochten ook op
praten over donorconceptieVeelgestelde vragen
Veel ouders met volwassen kinderen die nog niet weten dat zij donorkind zijn, vinden het moeilijk om dit hun kind te vertellen. Ze zijn bang voor de reactie van hun kind of de omgeving. Het is echter nooit te laat om je kind te vertellen over donorconceptie. De ervaring leert dat ze soms in het begin wel boos kunnen zijn, maar voelen ook opluchting en waarderen uiteindelijk je eerlijkheid. Voor jou kan het ook een opluchting zijn dat het geheim niet langer geheim is. Een goede voorbereiding is wel belangrijk.
Jonge kinderen willen alledaagse dingen weten, zoals wie is hij, hoe heet hij, mag ik hem zien, is hij aardig e.d. Na de geboorte van je kind kan je bij het College Donorgegevens het donorpaspoort opvragen met niet-identificeerbare gegevens. Hierdoor kan je je kind al een paar dingen over de donor vertellen. Oudere kinderen hebben ook andere vragen zoals, heb ik nog (meer) broertjes en zusjes, is de donor ook familie, wat zou ik van hem hebben e.d.
(Jong) volwassen kinderen zullen weer andere vragen hebben, zoals: waarom kozen jullie voor donorconceptie en niet voor adoptie of pleegzorg? Waarom kozen jullie voor een bekende donor/kliniekdonor?
Zorg ook dat je als ouder voorbereid bent op hoe je je kind kunt ondersteunen als zij wil weten wie de donor is.
Vanaf de geboorte kun je je baby vertellen dat een donor geholpen heeft om haar te kunnen krijgen. Je kind begrijpt dan nog niet wat je zegt, zoals heel veel dingen die je zegt, maar dat is niet erg. Jij went er op deze manier zelf aan om het naar je kind uit te spreken. Als je dat af en toe doet, gaat je kind uiteindelijk zelf vragen stellen en krijg je gesprekjes. Zo wordt het vertellen een natuurlijk proces en groeit je kind ermee op. Je kind ervaart op deze manier ook dat donorconceptie met jou bespreekbaar is en met vragen bij jou terecht kan.

Blijf op de hoogte
De wereld rondom donorconceptie staat niet stil. Wil je op de hoogte blijven van relevante onderzoeken, nieuws en actuele ervaringen? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.