Wensouder(s)
Voor iedereen die hulp van een spermadonor of eiceldonor nodig heeft om een kind te kunnen krijgen.
- Emotioneel: over niet-genetisch ouderschap en de plek van de donor
- Praktisch: hoe werkt donorconceptie en waar kun je terecht?
- Juridisch: hoe is het geregeld voor kind, ouder(s) en donor?
De keuzes die jij nu maakt, zijn bepalend voor het leven van je kind straks.

Maak een keuze
Eén of twee ouders én een donor
Een kind krijgen met hulp van een spermadonor of eiceldonor, betekent dat het kind ook biologische familie heeft buiten het eigen gezin. En dat één van de ouders geen bloedband heeft met het kind en de andere ouder wel.
Wat ben je van elkaar als je hulp hebt gehad van een donor, en welke plek krijgt de donor?
Donorconceptie: hoe werkt dat?
Als je donorconceptie overweegt, zullen er ook veel praktische vragen zijn: hoe kom je aan een spermadonor of eiceldonor, waar kun je terecht en hoe is het juridisch geregeld voor kind, ouders en donor?
Aandachtspunten bij het kiezen van een donor
Het toekomstige kind centraal
Kinderen hebben het recht om te weten hoe ze ontstaan zijn, en wie hun biologische ouders zijn. Daarom is het belangrijk om van jongs af aan open met je kind over de donor te praten.
Meer over: het belang van openheid
Als kinderen ouder worden, is het aan hen zelf om familierelaties kleur en vorm te geven. Het is belangrijk dat ouders hun daar de ruimte en vrijheid voor geven.
Benieuwd hoe donorkinderen hun ontstaansgeschiedenis beleven?
Veelgestelde vragen
Een kind ontvangt geen informatie over de donor als zij daar zelf niet om vraagt. Vanaf 12 jaar kan een kind bij het College Donorgegevens niet-identificeerbare informatie opvragen uit het donorpaspoort (zoals lichamelijke kenmerken, motivatie en persoonskenmerken). Vanaf 16 jaar mag zij ook de identificeerbare gegevens opvragen, waardoor zij weet hoe de donor heet, hoe oud hij is en waar hij woont.
Ouders kunnen na de geboorte van het kind de niet identificeerbare gegevens al opvragen bij het College Donorgegevens.
Als een kind op een kunstmatige manier verwekt is met hulp van een donor van de spermabank is er geen sprake van juridisch ouderschap en kan een kind niet erven van de donor en ook niet andersom.
Sinds 1 juni 2004. Toen is in Nederland de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting in werking getreden. De wet geldt voor sperma-, eicel- en embryodonoren. Er kan alleen gedoneerd worden als de donor ermee instemt dat zijn of haar gegevens landelijk geregistreerd worden. De Stichting Donorgegevens bewaart de gegevens. Donorkinderen kunnen vanaf de leeftijd van 16 jaar de identificerende persoonsgegevens van de donor opvragen.
Een donor mag in Nederland worden ingezet voor maximaal 12 gezinnen. Een donor kan er ook voor kiezen om minder dan 12 gezinnen te willen helpen. Meer mag niet.
Deze regel geldt sinds 2019 en is gebaseerd op het Landelijk Standpunt Spermadonatie van NVOG/KLEM. Vóór 2019 gold de grens van 25 kinderen per donor. Met de nieuwe regel is dit aantal losgelaten. Bij de aanpassing van de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting in 2025 is het maximum van 12 gezinnen per donor ook in de wet vastgelegd.

Blijf op de hoogte
De wereld rondom donorconceptie staat niet stil. Wil je op de hoogte blijven van relevante onderzoeken, nieuws en actuele ervaringen? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.