Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting
- In de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting staan regels over het bewaren en geven van informatie over donoren
- De wet gaat over behandeling met donorsperma of donoreicellen
- Het doel van de wet is om te zorgen dat het kind kan weten wie de donor is
De Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting wordt ook Wet donorgegevens of Wdkb genoemd. Deze wet gaat over behandelingen met donorsperma of donoreicellen in een kliniek.
Als wensouders kiezen voor een bekende donor en zelfinseminatie, geldt de wet niet. Dan moeten de wensouders en de donor zelf afspraken maken en die afspraken opschrijven in een donorcontract.
In juli 2023 is er een voorstel aangenomen om de wet te wijzigen. De aangepaste wet is op 1 april 2025 gaan gelden.
Wat staat er in de Wet?
In de wet staat welke informatie over de donor bewaard moet worden. En er staat in wanneer kinderen deze informatie mogen krijgen.
Wil je de hele tekst van de Wdkb lezen? Dat kan hier.
Welke informatie wordt bewaard?
De kliniek moet informatie over de donor aan het College donorgegevens geven. Het College donorgegevens bewaart deze informatie.
De hele naam is: College donorgegevens kunstmatige bevruchting. Meestal wordt een kortere naam gebruikt: College donorgegevens of Cdkb. Tot 1 april 2025 was de naam: Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting (Sdkb). Met de aanpassing van de Wdkb is ook deze naam veranderd.
Het College donorgegevens bewaart niet alleen informatie over de donor, maar ook over de moeder. Van de moeder wordt de naam, geboortedatum en woonplaats opgeschreven.
Wanneer krijgt een kind informatie over de donor?
Kinderen moeten 12 jaar of ouder zijn om informatie over de donor te krijgen. Als kinderen 16 jaar of ouder zijn, mogen zij ook weten wie de donor is.
Donorpaspoort
Een kind van 12 jaar of ouder kan zelf aan het College donorgegevens een donorpaspoort vragen. In het donorpaspoort staat informatie over:
- hoe de donor eruit ziet
- zijn eigenschappen
- zijn opleiding en werk
- waarom hij (of zij) donor is
De naam van de donor staat er niet in.
Als een kind deze informatie vraagt aan het College donorgegevens, dan krijgen de ouders daarover een bericht.
Ouders kunnen deze informatie vragen als hun kind nog geen 12 jaar is.
Hoe kan ik informatie over de donor vragen?
De informatie over de donor kan worden gevraagd bij het College Donorgegevens.
Ik wil weten wie de donor is
Een kind van 16 jaar of ouder mag weten wie de donor is. De informatie die hij dan krijgt zijn:
- naam
- geboortedatum
- woonplaats
Een kind krijgt deze informatie niet meteen. Eerst wordt er aan de donor gevraagd of hij het goed vindt dat deze informatie aan het kind gegeven wordt.
Als de donor het niet goed vindt, moet hij uitleggen waarom hij dat niet wil. Een groep deskundigen kijkt dan of wat de donor zegt, belangrijk genoeg is. Het gebeurt eigenlijk nooit dat de donor gelijk krijgt.
Als de donor is overleden of onvindbaar is, kan de familie van de donor zeggen of zij het goed vinden dat de informatie over de donor aan het kind gegeven wordt.
Hoe krijg ik de naam van de donor?
Als de donor het goed vindt, dan worden zijn naam, geboortedatum en woonplaats eerst aan Fiom doorgegeven. Daarna neemt een hulpverlener van Fiom contact op met het kind om de informatie over de donor door te geven.
Kan ik de donor ook ontmoeten?
De hulpverlener van Fiom vraagt ook of het kind misschien contact wil met de donor. Als het kind en de donor dit allebei willen, kan er een ontmoeting georganiseerd worden. Deze ontmoeting kan worden begeleid door een hulpverlener van Fiom.
De donor is niet verplicht om een kind te ontmoeten. 'Zijn' donorkinderen weten dan natuurlijk wie hij is, en zij kunnen contact met hem zoeken.
Hoe kan ik informatie over de donor vragen?
De informatie over de donor kan worden gevraagd bij het College Donorgegevens.
Verbetering van de Wdkb
De Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting (Wdkb) geldt sinds 1 juni 2004.
Twee keer hebben deskundigen naar de wet gekeken, in 2012 en 2019. Zij hebben toen adviezen gegeven om de wet beter te maken. In 2020 heeft de regering een voorstel gemaakt voor een betere wet. Daarna mochten organisaties en burgers zeggen wat zij daarvan vonden.
Per 1 april 2025 is er een aantal veranderingen in de wet doorgevoerd:
- Eén donor mag maximaal 12 vrouwen helpen om kinderen te krijgen. Om dit beter te kunnen controleren, moet de informatie over wensmoeders en donoren op één plaats verzameld worden
- Kinderen die dezelfde donorvader (of donormoeder) hebben, zij halfbroers en halfzussen van elkaar. Zij moeten ook contact met elkaar kunnen krijgen als zij dat willen. (dat gebeurt nu al wel, maar dit staat nog niet in de wet)
- Er moet een donorkind in het bestuur van de Stichting Donorgegevens komen. Zodat donorkinderen beter mee kunnen praten.
- Medische informatie van de donor wordt niet meer bewaard bij de Stichting Donorgegevens.
- De naam Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting wordt College donorgegevens kunstmatige bevruchting.
Hier lees je meer over de aanpassingen in de Wdkb.
Anderen zochten ook op
wet- en regelgevingVeelgestelde vragen
Een kind ontvangt geen informatie over de donor als zij daar zelf niet om vraagt. Vanaf 12 jaar kan een kind bij het College Donorgegevens niet-identificeerbare informatie opvragen uit het donorpaspoort (zoals lichamelijke kenmerken, motivatie en persoonskenmerken). Vanaf 16 jaar mag zij ook de identificeerbare gegevens opvragen, waardoor zij weet hoe de donor heet, hoe oud hij is en waar hij woont.
Ouders kunnen na de geboorte van het kind de niet identificeerbare gegevens al opvragen bij het College Donorgegevens.
Als een kind op een kunstmatige manier verwekt is met hulp van een donor van de spermabank is er geen sprake van juridisch ouderschap en kan een kind niet erven van de donor en ook niet andersom.
Sinds 1 juni 2004. Toen is in Nederland de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting in werking getreden. De wet geldt voor sperma-, eicel- en embryodonoren. Er kan alleen gedoneerd worden als de donor ermee instemt dat zijn of haar gegevens landelijk geregistreerd worden. De Stichting Donorgegevens bewaart de gegevens. Donorkinderen kunnen vanaf de leeftijd van 16 jaar de identificerende persoonsgegevens van de donor opvragen.
Een donor mag in Nederland worden ingezet voor maximaal 12 gezinnen. Een donor kan er ook voor kiezen om minder dan 12 gezinnen te willen helpen. Meer mag niet.
Deze regel geldt sinds 2019 en is gebaseerd op het Landelijk Standpunt Spermadonatie van NVOG/KLEM. Vóór 2019 gold de grens van 25 kinderen per donor. Met de nieuwe regel is dit aantal losgelaten. Bij de aanpassing van de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting in 2025 is het maximum van 12 gezinnen per donor ook in de wet vastgelegd.

Blijf op de hoogte
De wereld rondom donorconceptie staat niet stil. Wil je op de hoogte blijven van relevante onderzoeken, nieuws en actuele ervaringen? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.