Suzanne: 'Weten waar je vandaan komt is nog belangrijker dan ik dacht'

  • Suzanne (38) is 11 als haar moeder haar vertelt dat haar opvoedvader niet haar biologische vader is
  • Via een match in een internationale DNA databank vindt zij haar donorvader
  • Het blijft zoeken: wat kan en mag je verwachten in relatie tot je donorvader?

Ik hoef niks meer met mijn opvoedvader

Suzanne: "Ik ben opgegroeid met een vader, een moeder en een jongere zus. Mijn ouders zijn gescheiden toen ik 9 jaar was. Dat was een nare scheiding. Na de scheiding zijn mijn zusje en ik bij mijn moeder gebleven. Mijn vader verdween uit ons leven.

Afbeelding
Donorkind: weten waar je vandaan komt is zo belangrijk
In die periode heeft mijn moeder ons verteld dat mijn opvoedvader niet mijn biologische vader is. Ik weet nog dat ik toen dacht: dat is mooi, dan hoef ik ook niks meer met deze man. Verder hebben we er thuis eigenlijk niet over gepraat.

Wat is mijn diepste zijn?

In de jaren daarna heb ik er toch wel mee gestruggeld. Niet constant en niet elke dag. Ik ging vol voor school, ik probeerde mezelf af te leiden door heel veel dingen te doen. Maar er waren toch heel veel momenten waarin het niet weten waar je vandaan komt, op ging spelen. Momenten waarop je afdaalt naar je diepste zijn en er dan mee geconfronteerd wordt dat je niet weet wat je diepste zijn is. 

Ik zei altijd heel stoer: ik ben een donorkind, mijn opvoedvader is uit beeld, dus ik heb geen vader en daar kan ik prima mee leven.

Ontheemd zijn

Ik wilde hulpverlener worden. Die opleiding vroeg nogal wat zelfreflectie. Je bent zelf het instrument, en wie ben je dan als instrument. Zo moesten we in het begin van de opleiding een levenslijn tekenen, met dingen die je gevorm hebben, positief en negatief. De docent, een oudere man die ik vertrouwde, stelde een vraag over het niet kennen van mijn vader. Ik brak, ik moest zó huilen, dat kwam echt uit mijn tenen. Ik schrok daar zelf van. 

Ik vond het moeilijk woorden te geven aan de emoties rondom dit onderwerp. ‘Ontheemd’ kwam een keer naar boven, en dat is denk ik wel wat dat gevoel beschrijft. Een gat in je buik, niet weten waar die wortels naar toe leiden, waardoor je je ook heel wankel voelt.

De enige

Ik dacht ook dat ik de enige was, ik kende geen enkel ander donorkind. De donor is anoniem, werd gezegd. Rond mijn 16e/17e had ik al eens contact gehad met de kliniek. Daar kreeg ik te horen dat er geen gegevens zijn.

Ik had wel eens bij Fiom gekeken, en bij Stichting Donorkind. Dat waren korte contacten, dan had ik weer even wat geprobeerd en daarna liet ik het weer 

Het ging in golven. Ik wilde hem wel vinden, maar was ook voorzichtig. Wilde mezelf behoeden voor teleurstelling. Ik probeerde het niet mijn levensmissie te laten zijn. 

Drempel over

In de jaren dat ik zelf kinderen kreeg, waren er veel ontwikkelingen rondom DNA. Een bericht in de media over een donorkind dat zijn vader gevonden had: ik ging altijd ‘aan’ op die onderwerpen. 

Ik registreerde mijn DNA in de Fiom KID-DNA databank. Daar kwam niks uit. Ik ging lezen in de Facebookgroep van Stichting donorkind. Het was zo prettig om te merken dat ik niet alleen was. En uiteindelijk heb ik me ook bij een internationale DNA databank aangemeld. Elke stap die ik zette, vond ik eng. Het onbekende. Elke keer moest ik een drempel over. 

Een match in de DNA databank!

Na een tijd had ik een match met een nicht in MyHeritage. Die kon alleen maar van de kant van mijn biologische vader zijn. De volgende dag had ik met wat hulp binnen 2 uur mijn vader gevonden op LinkedIn. Ik zag meteen mijn zoon in hem. 

Ik heb een mail opgesteld, die ik pas een week later verzonden heb. Hij reageerde heel snel: knap dat je me gevonden hebt, ik ben benieuwd hoe dat gegaan is. Er volgde een leuk mailcontact. 

Wat moet ik voelen?

Ons eerste directe contact was via Skype. Heel bizar, dan zit je opeens met iemand te praten die je biologische vader is. Wat moest ik voelen? Ik voelde van alles. Ik was zo overweldigd. Het liep meteen, hij gaf heel veel informatie over de familie, zijn leven, zijn werk. Daar ga je meteen je eigen leven langs leggen, op zoek naar herkenning. Die vond ik ook wel. 

Ontmoeting met mijn man en kinderen

Na een maand of twee hadden we een eerste ontmoeting. Hij gaf me een knuffel. We hebben een hele dag samen doorgebracht. Ik voelde me op m’n gemak met hem. Ik wilde niet dat die dag stopte. 

We zijn elkaar over en weer op blijven zoeken. Hij heeft ook mijn man en kinderen ontmoet. Die ontmoeting vond ik eigenlijk nog wel enger dan de eerste ontmoeting. Dat was het moment waarop hij echt in mijn leven kwam.

Wat kan en mag ik verwachten?

We zijn nu een jaar verder. We hebben allebei de intentie in elkaars leven te blijven, om samen geschiedenis te gaan maken want die hebben we natuurlijk niet. 

Maar ik blijf me onzeker voelen over wat ik kan en mag verwachten. Het is vrij onnatuurlijk om je vader op je 37e te leren kennen. Het is een rollercoaster van blije momenten, en de momenten daartussen. Ik voel me heel kwetsbaar, als een klein kind. Er is altijd de angst dat hij ook weer uit mijn leven verdwijnt.

Belang van weten waar je vandaan komt

Weten waar je vandaan komt is, zeker nu ik weet waar ik vandaan kom, misschien nog wel belangrijker dan ik had bedacht."

Delen op: FacebookTwitter

Anderen zochten ook op
ervaringen van donorkinderen
Ook interessant
Donorkinderen over ...
Videoserie waarin volwassen donorkinderen vertellen over diverse aspecten van donorkind zijn. [...]
Dymphie: 'ik voel me niet meer de vreemde eend in de familie'
Dymphie (23) is 21 als ze hoort dat ze donorkind is. Ze heeft contact met de donor en met halfbroers en -zussen. [...]
Ik weet niet wie de donor is
Voor donorkinderen die de identiteit van de donor niet kennen [...]