Donor zijn
Met het donoren van jouw sperma, eicellen of embryo heb je anderen geholpen kinderen te krijgen. De periode dat je er actief mee bezig was, ligt alweer kortere of langere tijd achter je. Maar donor blijf je voor het leven.
Er kunnen tal van redenen zijn om er nu toch weer eens bij stil te staan: je bent misschien aan het denken gezet over je anonimiteit, of je verwacht de komende jaren contactverzoeken.
'Uit de anonimiteit'
Lex en Nico waren beiden donor in de jaren tachtig. Anoniem, want zo ging dat toen. Beiden hebben hun anonimiteit opgeheven, en zijn nu vindbaar voor de kinderen die met hun hulp geboren zijn.
Lex en Nico vertellen over deze stap en wat het hen gebracht heeft.
Ik ben aan het denken gezet over mijn anonimiteit
Als je vóór 2004 donor bent geweest, is de kans groot dat je anoniem gedoneerd hebt. Inmiddels weten we hoe belangrijk het is voor donorkinderen om te kunnen weten wie hun donorvader is.
Steeds meer donorkinderen die de identiteit van hun donorvader niet kennen, gaan actief op zoek. Via internationale DNA-databanken in combinatie met stamboomonderzoek weten ze hun donorvader te vinden. Anonimiteit bestaat eigenlijk niet meer.
Je kunt de kinderen die met jouw hulp verwekt zijn een lange zoektocht besparen, en zorgen dat zij kunnen weten van wie zij afstammen. Daarmee bespaar je ook jezelf een mogelijk onverwachte confrontatie als blijkt dat een kind je via een DNA-databank gevonden heeft.
Ik verwacht de komende jaren contactverzoeken
De kinderen die met jouw hulp verwekt zijn, zullen de komende jaren de leeftijd van 16 jaar bereiken. Het moment waarop zij een aanvraag mogen doen om te weten wie hun donorvader is. Voor het kind en voor jou een spannend moment.
Dat roept vragen op: over de kinderen, over hoe het in z'n werk gaat, over eventuele ontmoetingen.
Weet dat het College Donorgegevens kunstmatige bevruchting (Cdkb) altijd eerst contact met jou opneemt voor jouw persoonsgegevens verstrekt worden. Als je na 2004 hebt gedoneerd en je bent geregistreerd bij het College Donorgegevens, dan zal een kind dus nooit zomaar contact met je opnemen.
In onderstaande folder en op de website van Fiom lees je meer over hoe een contactverzoek verloopt.
(het College donorgegevens kunstmatige bevruchting (Cdkb) is sinds april 2025 de nieuwe naam van de Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting (Sdkb))
Veelgestelde vragen
Als je na 2004 hebt gedoneerd, ben je geregistreerd bij het College Donorgegevens. Donorkinderen die met jouw hulp verwekt zijn kunnen bij de Stichting Donorgegevens informatie over je opvragen.
Als je vóór 2004 donor bent geweest, is de kans groot dat je anoniem gedoneerd hebt. Er zijn verschillende manieren om je alsnog bekend te maken, en daarmee vindbaar voor de kinderen die met jouw hulp verwekt zijn.
Aarzel je nog, of heb je vragen? Je kunt vrijblijvend met iemand praten voor je de beslissing neemt.
Een kind ontvangt geen informatie over de donor als zij daar zelf niet om vraagt. Vanaf 12 jaar kan een kind bij het College Donorgegevens niet-identificeerbare informatie opvragen uit het donorpaspoort (zoals lichamelijke kenmerken, motivatie en persoonskenmerken). Vanaf 16 jaar mag zij ook de identificeerbare gegevens opvragen, waardoor zij weet hoe de donor heet, hoe oud hij is en waar hij woont.
Ouders kunnen na de geboorte van het kind de niet identificeerbare gegevens al opvragen bij het College Donorgegevens.
Als een kind op een kunstmatige manier verwekt is met hulp van een donor van de spermabank is er geen sprake van juridisch ouderschap en kan een kind niet erven van de donor en ook niet andersom.
Sinds 1 juni 2004. Toen is in Nederland de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting in werking getreden. De wet geldt voor sperma-, eicel- en embryodonoren. Er kan alleen gedoneerd worden als de donor ermee instemt dat zijn of haar gegevens landelijk geregistreerd worden. De Stichting Donorgegevens bewaart de gegevens. Donorkinderen kunnen vanaf de leeftijd van 16 jaar de identificerende persoonsgegevens van de donor opvragen.
Een donor mag in Nederland worden ingezet voor maximaal 12 gezinnen. Een donor kan er ook voor kiezen om minder dan 12 gezinnen te willen helpen. Meer mag niet.
Deze regel geldt sinds 2019 en is gebaseerd op het Landelijk Standpunt Spermadonatie van NVOG/KLEM. Vóór 2019 gold de grens van 25 kinderen per donor. Met de nieuwe regel is dit aantal losgelaten. Bij de aanpassing van de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting in 2025 is het maximum van 12 gezinnen per donor ook in de wet vastgelegd.

Blijf op de hoogte
De wereld rondom donorconceptie staat niet stil. Wil je op de hoogte blijven van relevante onderzoeken, nieuws en actuele ervaringen? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.