2 juni 2021

Ook bezwaarprocedure voor B-donoren van vóór 2004

Stichting Donorgegevens en de kliniek moeten beoordelen of de redenen van donor 605 om anoniem te willen blijven, zwaarwegend genoeg zijn. Dat heeft de rechter gezegd. Een aantal donorkinderen en hun moeders was naar de rechter gestapt omdat de kliniek en de Stichting Donorgegevens de identiteit van de donor niet bekend wilden maken.

Van identificeerbaar naar anoniem

In de periode 1997-2000 kozen de moeders bewust voor inseminatie met sperma van een identificeerbare donor, toen ook B-donor genoemd. Zij vonden het belangrijk dat hun kinderen zouden kunnen weten wie de donor is. 

Toen de kinderen oud genoeg waren om de identiteitsgegevens van de donor op te mogen vragen, bleek dat de donor bezwaar maakte tegen het verstrekken van zijn gegevens. Waarom hij niet wil dat zijn identiteit bekend wordt bij de kinderen is niet bekend.

Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting

In 2004 is de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting in werking getreden. In die wet staat dat anoniem doneren van sperma of eicellen verboden is.

Kinderen kunnen vanaf hun zestiende de identiteitsgegevens van de donor opvragen bij de Stichting Donorgegevens. De donor wordt geïnformeerd als zijn gegevens opgevraagd worden, en kan dan alsnog bezwaar maken. Hij moet dan wel uitleggen waarom hij niet wil dat zijn gegevens aan het kind gegeven worden. Een commissie beoordeelt of het bezwaar van de donor zwaarwegend genoeg is.

Voor donoren die sperma hebben gedoneerd vóór 2004, is er een overgangsregeling. Bij de inwerkingtreding van de wet mochten zij aangeven of hun identiteitsgegevens wel of niet aan kinderen gegeven mochten worden. De bedoeling was dat anonieme donoren zich toch bekend zouden willen maken.

Wat er ook gebeurde, was dat identificeerbare donoren van vóór de wet, alsnog besloten anoniem te willen blijven. Zij hoefden niet uit te leggen waarom zij dit deden. Dit was ook het geval met donor 605.

Ook bezwaarprocedure voor B-donoren van vóór 2004

De rechter heeft nu geoordeeld dat voor B-donoren van vóór 2004 dezelfde regels gelden als voor B-donoren (identificeerbare donoren) van daarna.

Dat betekent dat de Stichting Donorgegevens aan donor 605 moet vragen waarom hij niet wil dat zijn identiteitsgegevens aan de kinderen worden gegeven. Daarna zal een commissie beoordelen of zijn bezwaar zwaarwegend genoeg is.

De rechter vindt ook dat de kliniek zich moet houden aan de afspraken die met de moeders gemaakt zijn. Ook de kliniek moet het bezwaar van donor 605 beoordelen. Is het niet zwaarwegend genoeg, dan mogen de identiteitsgegevens aan de kinderen gegeven worden.

Het is nog niet zeker of de identiteit van de donor bekend wordt voor de kinderen. Dat hangt af van de redenen die de donor heeft om die gegevens niet te willen geven.

 

Meer over deze zaak:

Delen op: FacebookTwitter