Afbeelding
KID kinderen en hun ouders, dilemma's rond spermadonorschap

KID (Kunstmatige Inseminatie met Donorzaad) bestaat als medische behandeling sinds 1950. Er zijn sindsdien in Nederland naar schatting zo’n dertig- tot veertigduizend kinderen met donorzaad verwekt. Dit zijn voor het overgrote deel kinderen van anonieme donoren, de zogeheten ‘A-donoren’.

In 2003 trad een nieuwe wet in werking (met een overgangstermijn tot 1 juni 2004) die een einde maakt aan de anonimiteit van de spermadonor. Met ingang van 1 juni 2004 zullen in een databank de gegevens van donoren en verwekte kinderen gekoppeld zijn. Er zijn dan alleen nog de zogeheten ‘B-donoren’, donoren wier identiteit later, op verzoek van het kind bekend mag worden gemaakt.

In dit boek (verschenen in 2004) lopen twee kernvragen parallel: ‘hoe gaat het met de KID-kinderen en hun ouders?’, en ‘hoe kunnen we de huidige wet beoordelen?’ In een uitgebreide inleiding en vele interviews komen onder meer de volgende thema’s aan de orde:

  • Hoe diep zit een kinderwens en hoe ver gaan mensen in hun verlangen naar kinderen?
  • Wat voor medisch-ethische vragen en antwoorden roept een medische praktijk als KID op?
  • Hoe zit het met de openheid van getrouwde stellen (m/v) die het hun kind kunnen maar niet hoeven te vertellen?
  • Is het ‘slecht’ voor het welbevinden van kinderen om via donorinseminatie verwekt te zijn?
  • Was de Wet Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting het goede antwoord op het ‘belang van het kind’ dat centraal stond bij de totstandkoming van de wet?

 

Mart Roegholt, Uit onbekende bron. Dilemma's rond spermadonorschap, Uitgeverij Van Brug, 2004

 


Delen op: FacebookTwitter