Spermadonor via spermabank - voor wensouders
- De vraag naar donorsperma is groter dan het aanbod
- Daarom zijn er wachtlijsten bij Nederlandse spermabanken
- Wensouders kunnen ook donorsperma in het buitenland kopen,
daarmee kunnen zij zich in Nederland laten behandelen
Hoe werkt een Nederlandse spermabank?
Er zijn in Nederland 8 spermabanken. Deze spermabanken hebben niet genoeg donorsperma om alle wensouders te kunnen helpen. Daarom kunnen wensouders meestal niet meteen geholpen worden, en komen zij eerst op een wachtlijst.
Wensouder(s) kunnen niet zelf een donor uitkiezen. Zij mogen wel zeggen wat zij belangrijk vinden bij de keuze van een donor. De keuze wordt gemaakt door de spermabank, of door de spermabank samen met de wensouders.
- Een arts beslist of er een indicatie is om in aanmerking te komen voor behandeling met donorsperma
- Na een intakeprocedure beslist een multidisciplinair team of een arts of de wensouder(s) daadwerkelijk behandeld gaan/gaat worden
- De spermabank kiest een donor die past bij de wensouder(s). Er wordt gekeken naar hoe de ouder(s) en hoe de donor eruit zien. Omdat het belangrijk is dat een kind op haar ouders lijkt.
Een donor wordt voor maximaal 12 gezinnen/wensmoeders gebruikt.
Behandeling in Nederland met donorsperma uit het buitenland
Er zijn Nederlandse klinieken die wensouder(s) behandelen met donorsperma wat zij in het buitenland gekocht hebben. Wensouders kunnen ook zelf donorsperma in het buitenland kopen, bijvoorbeeld bij een Deense spermabank. Zij moeten dat eerst bespreken met hun arts in Nederland. Ze hoeven dan niet op een wachtlijst, en kunnen zelf een donor uitkiezen.
Het donorsperma wordt vanuit het buitenland naar een Nederlandse kliniek opgestuurd. De Nederlandse kliniek moet wel een samenwerkingscontract hebben met de buitenlandse spermabank.
Nederlandse klinieken werken alleen samen met een buitenlandse spermabank:
- Als de spermabank ervoor zorgt dat het sperma van een donor in Nederland voor niet meer dan 12 gezinnen wordt gebruikt
- Als hun donoren een donorpaspoort hebben
- Als hun donoren het goed vinden dat een kind vanaf dat hij 16 jaar is, de identificerende gegevens van de donor kan opvragen
- Als hun donoren het goed vinden dat hun persoonlijke gegevens bewaard worden bij de Stichting Donorgegevens.
Klinieken die samenwerken met buitenlandse spermabanken
Kiezen voor een donor van een buitenlandse spermabank kan voor het toekomstige kind nadelige gevolgen hebben.
Wat wensouders moeten weten over een buitenlandse spermadonor
Kiezen voor een buitenlandse (meestal Deense) spermadonor klinkt goed. Er is geen wachtlijst en wensouders kunnen zelf een donor uitkiezen. Maar het is niet alleen maar goed. Wensouders moeten wel weten dat een buitenlandse donor wereldwijd heel veel kinderen kan hebben. En dat als hun kind de donor wil ontmoeten, er geen begeleiding is.
Buitenlandse spermabanken verkopen donorsperma over de hele wereld. Per land houden zij zich aan de regels. Een donor mag in Nederland voor niet meer dan 12 gezinnen gebruikt worden. Maar het sperma van diezelfde donor wordt ook aan wensouders in andere landen verkocht. Daar tellen die 12 gezinnen in Nederland niet mee. Zo kan een donor in verschillende landen kinderen hebben, en dat kunnen er bij elkaar opgeteld veel zijn.
Als een kind wil weten wie de Nederlandse donor is en hem eventueel zou willen ontmoeten, als zij 16 jaar of ouder is, kan zij daarbij begeleiding krijgen van een psycholoog of maatschappelijk werker. Als een kind wil weten wie de buitenlandse donor is, is dit niet op papier gegarandeerd en of een gewenste ontmoeting mogelijk is, is onduidelijk. Begeleiding hierbij is niet geregeld.
Hoe is het juridisch geregeld?
De regels over het beheren en verstrekken van gegevens over donoren staan in de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting. Die regels gelden ook als de wensouder(s) in een Nederlandse kliniek behandeld zijn met sperma van een buitenlandse donor.
Veelgestelde vragen
Een kind ontvangt geen informatie over de donor als zij daar zelf niet om vraagt. Vanaf 12 jaar kan een kind bij het College Donorgegevens niet-identificeerbare informatie opvragen uit het donorpaspoort (zoals lichamelijke kenmerken, motivatie en persoonskenmerken). Vanaf 16 jaar mag zij ook de identificeerbare gegevens opvragen, waardoor zij weet hoe de donor heet, hoe oud hij is en waar hij woont.
Ouders kunnen na de geboorte van het kind de niet identificeerbare gegevens al opvragen bij het College Donorgegevens.
Als een kind op een kunstmatige manier verwekt is met hulp van een donor van de spermabank is er geen sprake van juridisch ouderschap en kan een kind niet erven van de donor en ook niet andersom.
Sinds 1 juni 2004. Toen is in Nederland de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting in werking getreden. De wet geldt voor sperma-, eicel- en embryodonoren. Er kan alleen gedoneerd worden als de donor ermee instemt dat zijn of haar gegevens landelijk geregistreerd worden. De Stichting Donorgegevens bewaart de gegevens. Donorkinderen kunnen vanaf de leeftijd van 16 jaar de identificerende persoonsgegevens van de donor opvragen.
Een donor mag in Nederland worden ingezet voor maximaal 12 gezinnen. Een donor kan er ook voor kiezen om minder dan 12 gezinnen te willen helpen. Meer mag niet.
Deze regel geldt sinds 2019 en is gebaseerd op het Landelijk Standpunt Spermadonatie van NVOG/KLEM. Vóór 2019 gold de grens van 25 kinderen per donor. Met de nieuwe regel is dit aantal losgelaten. Bij de aanpassing van de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting in 2025 is het maximum van 12 gezinnen per donor ook in de wet vastgelegd.

Blijf op de hoogte
De wereld rondom donorconceptie staat niet stil. Wil je op de hoogte blijven van relevante onderzoeken, nieuws en actuele ervaringen? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.