Als donorconceptie niet de juiste keuze blijkt

Een kind krijgen is een grote wens van veel mensen. Als er sprake is van onvruchtbaarheid, als je een partner hebt van hetzelfde geslacht of als je geen partner hebt om kinderen mee te krijgen, kan hulp van een sperma- of eiceldonor een optie zijn.

Maar een kind krijgen met behulp van donorconceptie is niet voor iedereen de juiste weg. Je moet naast alles wat opvoeden met zich meebrengt, namelijk ook leren omgaan met een aantal uitdagingen die best ingrijpend zijn. In dit artikel leggen we je uit wat ingewikkeld kan zijn als je een kind krijgt met hulp van een donor, welke overwegingen mensen ertoe kunnen brengen om af te zien van donorconceptie, wat donorconceptie betekent voor je toekomstige kind en hoe je om kunt gaan met een onvervulde kinderwens.

Geen genetisch verwantschap

Als je een kind krijgt met behulp van een donor, kunnen er naast alle gewone opvoeduitdagingen ook gevoelens spelen die specifiek zijn voor ouders in deze situatie. In een gezin met donorconceptie is één ouder wél en de andere ouder niet genetisch verwant aan het kind. Dat verschil kan gevoelens oproepen, zoals onzekerheid, jaloezie of angst om minder belangrijk te zijn. Ouders proberen vaak om geen onderscheid te voelen, maar voor de betrokken ouder kan het ontbreken of juist aanwezig zijn van genetische verwantschap toch anders aanvoelen. Niet zozeer voor het kind, maar wel voor de ouders zelf. Het is daarom goed om hier vooraf samen bij stil te staan en open over te praten. Als een van de ouders moeite heeft met dit verschil, kan dat namelijk spanning of onzekerheid in het gezin brengen.

Identiteit

Duidelijkheid over genetische banden en het kunnen leren kennen van de genetische herkomst is belangrijk voor de identiteitsontwikkeling van een kind. Het is echter niet belangrijk voor een veilige hechting van een kind. Uit onderzoek naar kinderen die zijn opgegroeid in twee-moedergezinnen blijkt dat kinderen zich net zo veilig kunnen hechten aan de genetische ouder als aan de niet-genetische ouder.

Lees meer over hechting en niet-genetisch ouderschap.

Het familiesysteem van je (toekomstige) kind

Als je overweegt om voor donorconceptie te kiezen, is het goed om je te realiseren dat de donor ook familie is van je kind en ook bij het familiesysteem van je kind hoort. In het verleden werd er vaak over de donor gesproken in termen als ‘het is maar een zaadje of een eitje’ en ‘een donor heeft geen rol voor een kind/in een gezin’. Inmiddels weten we dat dit voor kinderen niet zo werkt. 

Dit hoeft niet te betekenen dat een donor een opvoedtaak heeft, maar wel dat zij/hij ertoe doet en familie mag zijn. Sommige wensouders vinden dit lastig, waardoor dit een overweging kan zijn om niet met hulp van een donor een kind te krijgen. 

Als donorconceptie niet de juiste weg is

We zien regelmatig dat bovengenoemde situaties uitdagend kunnen zijn voor ouders en onzekerheden en spanningen met zich meebrengen. Dit maakt soms dat wensouders besluiten om niet voor donorconceptie te kiezen. Het is belangrijk om bij jezelf te rade te gaan of je met deze uitdagingen kan en wilt omgaan. Andere redenen waarom donorconceptie niet passend voelt voor wensouders zijn als volgt:

Emotioneel 
Het traject kan steeds zwaarder of onnatuurlijk aanvoelen. Je kunt merken dat de medische kant meer nadruk krijgt dan de emotionele beleving van het ouderschap. Ook kunnen er twijfels ontstaan over hoe het is voor een kind om als donorkind op te groeien, bijvoorbeeld rondom identiteit, afkomst of de rol van de donor in zijn of haar leven.

Ethisch
Sommige wensouders ervaren innerlijke twijfel over de morele kanten van donorconceptie. Je kunt je afvragen of het juist voelt om een kind te verwekken met behulp van iemand die niet bij de opvoeding betrokken zal zijn. Ook kunnen er zorgen zijn over de rechten van het toekomstige kind, bijvoorbeeld het recht om te weten van wie het genetisch afstamt. Of over de huidige wetgeving rondom de leeftijdsgrens van 16 jaar waarop een donorkind gegevens van de donor mag opvragen.

Daarnaast spelen persoonlijke overtuigingen, geloofsovertuigingen of culturele waarden soms een rol. Voor sommige mensen voelt donorconceptie in strijd met hun visie op natuurlijk ouderschap, familiebanden of de betekenis van genetische verwantschap. Anderen worstelen met de gedachte dat een donor mogelijk meerdere kinderen heeft, of met de commerciële aspecten van donortrajecten in binnen- en buitenland.

Praktisch
Er kunnen lange wachttijden zijn waardoor je kinderwens steeds verder uit het zicht raakt of je geduld opraakt. Ook kunnen de medische behandelingen fysiek en mentaal zwaar zijn, of moeilijk te combineren met werk en gezin. Het hele traject vraagt vaak veel tijd, energie en veerkracht.

Een onvervulde kinderwens

Het moment dat je de keuze maakt om geen kind te krijgen via donorconceptie, kan voelen als een deur die dichtgaat. Het kan betekenen dat je moet accepteren dat er geen kinderen zullen komen, ook al is die gedachte pijnlijk.

Dat besef roept vaak veel emoties op. Je kan tegenstrijdige gevoelens ervaren: opluchting omdat een intensieve periode stopt, maar ook verdriet, leegte of onzekerheid. Zeker wanneer donorconceptie je laatste of enige optie was, kan dit voelen als een groot verlies.

Deze gevoelens zijn vaak heftig en ingewikkeld. Ze komen in golven en wisselen elkaar af. Het ene moment overheerst het verdriet of de boosheid, het volgende moment kan er ruimte zijn voor rust of zelfs opluchting. Het kan verwarrend zijn dat alles tegelijk naast elkaar bestaat.

Rouw om een toekomst die er niet zal zijn

Bij zulke ervaringen spreken we vaak over rouw. Rouw gaat meestal over het verlies van een dierbare, maar ook het verliezen van een toekomstbeeld of levensdroom hoort daarbij. Een onvervulde kinderwens is een vorm van ‘levend verlies’: het gaat niet om iemand die er was, maar om iemand die er nooit zal zijn. Dat maakt het verdriet niet minder echt. Het kan moeilijk zijn om al deze gevoelens een plek te geven. Er is geen goed of fout in hoe je hiermee omgaat. Iedereen heeft zijn eigen tempo en manier van verwerken.

Hoe ga je om met deze gevoelens?

Het kan helpend zijn om te weten dat er manieren zijn die steun kunnen bieden. Niet om het verdriet weg te nemen, maar om er stap voor stap beter mee te leren leven:

  • Sta jezelf toe te voelen wat er is: ook de ‘moeilijke’ emoties zoals verdriet, boosheid of zelfmedelijden horen erbij. Door erkenning te geven aan je gevoelens geef je jezelf veerkracht en de ruimte om te voelen wat er is;
  • Zoek steun: praat met je partner, vrienden of mensen die hetzelfde hebben meegemaakt. Je hoeft dit niet alleen te dragen;
  • Zoek balans: afleiding en plezier zijn net zo belangrijk als ruimte maken voor je verdriet. Beide mogen naast elkaar bestaan;
  • Professionele hulp kan steun geven: een coach, therapeut of lotgenotengroep kan helpen om grip te krijgen op de wirwar van gevoelens.

Steun vinden bij je omgeving

Rouw is geen rechte weg met vaste fases. Je beweegt heen en weer tussen verlies en herstel: het ene moment overheerst verdriet of boosheid, het andere moment ervaar je rust of zelfs plezier. Beide kanten horen erbij. Door jezelf toe te staan deze beweging te maken, ontstaat er stap voor stap balans.

Een onvervulde kinderwens laat diepe sporen na. Dat gemis kan eenzaam zijn, zeker als de omgeving niet altijd begrijpt hoe groot de impact is. Toch hoef je dit niet alleen te dragen. Steun zoeken en betekenis vinden kan stap voor stap helpen om verder te gaan.

Praten met je partner, familie of vrienden kan verlichting geven. Iedereen heeft zijn eigen manier van verwerking: de één wil erover praten, de ander zoekt stilte of afleiding. Probeer uit te spreken wat jij nodig hebt. Soms helpt het ook om grenzen te stellen als mensen weinig begrip tonen of opmerkingen maken die pijn doen. Dit komt vaak voort uit onwetendheid. Je mag aangeven dat het onderwerp je raakt en dat je er nu niet over wil praten.

Nieuwe betekenis en andere vormen van vervulling

Het loslaten van de wens om ouder te worden betekent niet dat je verlangen naar verbondenheid of betekenis verdwijnt. Veel mensen vinden na verloop van tijd nieuwe bronnen van vervulling: in werk of vrijwilligerswerk, in creativiteit, in reizen of sport, of in relaties met vrienden, familie, neefjes en nichtjes. Dat vervangt je kinderwens niet, maar het kan wel ruimte geven aan een ander soort toekomst die óók waardevol is.

Professionele hulp en lotgenoten

Naast steun van je omgeving kan ook professionele hulp waardevol zijn. Een therapeut of coach kan je helpen om grip te krijgen op je gevoelens en ruimte te geven aan rouw. Ook mensen die hetzelfde hebben meegemaakt als jij kunnen veel steun bieden. Zij begrijpen vaak direct wat je bedoelt, zonder dat je alles hoeft uit te leggen. Er zijn groepen en organisaties waar je mensen kunt ontmoeten die hetzelfde doormaken.

Freya biedt steun, herkenning, lotgenotencontact en psychosociale ondersteuning bij een onvervulde kinderwens.

Delen op: FacebookTwitter